donderdag 21 oktober 2010

Thinking global, acting local


In de BBC serie ‘The League Of Gentleman’ was de lokale winkel van het zeer dubieuse dorpje Royston Vasey nou niet echt de plek waar gastvrijheid hoog in het vaandel stond. Tenminste, als je de vraag “Are you local?” met ‘nee’ moest beantwoorden...


“The local shop is for local people”, was het vaste antwoord van de eigenaar. Als non-local was je je leven na die zin niet meer zeker. Maar 'lokaal', en dan vooral voedsel, heeft een flink aantal voordelen. Een stad of dorp is veel veerkrachtiger voor schokken van buitenaf, het versterkt het gevoel van binding met je leefomgeving, de oorsprong van een produkt is weer terug te herleiden en het verkleind het verbruik van fossiele grondstoffen. Everything Zen? Nou...


In een artikel van Trouw op 8 oktober wordt uit de doeken gedaan dat dat verbruik van fossiele grondstoffen door het telen van lokaal nauwelijks daalt. WHAT?! Dat was een behoorlijke streep door mijn rekening, want ik ben een enorm voorstander van lokaal voedsel en heb de mogelijkheden voor Breda voorzichtig verkend. Maar waar ik ook al snel op vastliep, was de distributie. Het heeft natuurlijk weinig zin als alle Bredanaars hun biologisch-antroposofisch-met-liefde-overgoten-bloemkooltje elke keer met de auto bij bio-boer Bert gaan ophalen. De voedselkilometers voor dit bloemkooltje rijzen de pan uit! Dan doen die sperziebonen uit Kenia het beter. Als het om duurzaamheid gaat in het algemeen en voedsel in het bijzonder, dan speelt het menselijk gedrag een prominente rol. De cultuurverandering en een beter distributiesysteem die hiervoor nodig is, maakt deze materie uiterst complex. Maar niet onmogelijk!


Rondom Breda worden de eerste voorzichtige stappen gezet om de lokale voedselproductie naar een hoger plan te tillen. Landelijk maakt de biologische landbouw grotere sprongen. Mede dankzij bedrijven die het cyclische verwerken van organisch afval tot een kunst verheffen. Deze wetenschap, want dat is het, brengt niet alleen gezonde grond (met of zonder natuurlijke bestrijdingsmiddelen) terug in het systeem, maar genereert hiermee ook nog eens bio-gas en/of elektriciteit en/of warmte. Dit cyclisch denken verkleind het verbruik van fossiele grondstoffen aanzienlijk. Ons fosfaat beheer daarentegen kan nog wel wat aandacht gebruiken. Maar door samenwerking met dit soort cyclische composteer/energie installaties kan de lokale voedselproductie een enorme sprong vooruit maken en is een veel beter voorstel dan het verbranden van snoeihout in een biomassa-centrale in Teteringen


Verbranden is zoooooo 2009!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...